WEEK 15 - Zondag 18 februari tot en met zaterdag 24 februari 1945
- Polderrazzia '44

- Feb 22, 2020
- 3 min read
Gerrit is gevoelig geworden. Hij is gevoelig voor vliegtuiggeluid en angstig voor overvliegende vliegtuigen en zijn dromen maken hem onrustig. Zal het de komende week beter met hem gaan?
Kun je voelen wat een ander denkt? Dit vraag ik me af en zeker vandaag, zondag. Ik voel me verbonden met mijn familie op Urk. Wat zou dat zijn? Zou er dan op dat moment voor mij

gebeden worden? Heel sterk krijg ik het gevoel dat op Urk aan mij gedacht wordt op dit moment. Hoe laat is het! Ongeveer half 11 schat ik zo. Dit is het tijdstip waarop voorbedes gedaan worden in de kerk. Er wordt voor mij gebeden! Het geeft me moed om vol te houden. Wat een kracht gaat er uit van gebed!
Als er voor mij gebeden is en ik het zo krachtig gevoeld heb, dan mag ik ook weten dat God voor mij zorgt. Dan ben ik veilig in elk gevaar. Ook voor het gevaar om met mijn bijl een ander wat aan te doen. God is Rechter, Die beslist. Ja, ik weet het nu zeker: Hij vernedert de boze en verhoogt de rechtvaardige!
Sommige groepen worden afgezonderd van de houthakkers. Van hen horen we later dat ze gaten langs de doorgaande wegen moesten graven en daarin vliegtuigbommen moesten leggen. Daarna moest de kuil netjes dichtgegooid worden zodat het niet zichtbaar was dat daar gegraven is. Op de bom moest een ontsteking gelegd worden die geactiveerd wordt zodra er iemand op stapt of rijdt. Met natuurlijk een verwoestende uitwerking voor de omgeving. Die bommen zijn bestemd voor de oprukkende geallieerden.
Duitsers blijven tot het laatste moment strijden!
Ik behoor gelukkig niet tot bomgatengravers. Ik heb genoeg van die bommen en granaten. Als ik de groep uitverkorenen zie weglopen juich ik inwendig. Niet omdat ik niet bij die groep hoor. Het is omdat de geallieerden dichterbij komen. Waarom dacht je anders dat die bommen neergelegd werden? De oorlog kan niet lang meer duren!

De bijl ligt reeds bij de wortel van de boom. Ik zie het elke dag letterlijk meermalen voor me. Het is een bekende uitspraak uit de Bijbel. Zal het nazi-gedachtegoed met wortel en tak uitgeroeid worden? Ik hoop het van ganse harte. Ik weet wel dat het Bijbelwoord iets anders betekent maar ik pas het graag op de Duitsers toe.
Wat niet goed is moet uitgeroeid worden. Voorgoed! En meteen sla ik nijdig met mijn bijl op een boomstam in als of het een Mof is.
Soms schrik ik van mijn eigen gedachten. Heb ik moordnijgingen? Nee, gelukkig niet kom ik tot de conclusie. Ik kan die bruinhemden en alles wat zo'n rare Duitse helm op heeft niet uitstaan, maar moordnijgingen heb ik niet. Toch?
Ik verbaas me er wel over dat niemand van de dwangarbeiders in opstand is gekomen tegen onze bewakers. Ja, de Fransen roeren zich wel maar dat is verbaal.
Iedereen loopt met een bijl in de hand of een scherpe schop. Daarmee kunnen we zo die bruinhemden aanvallen. Maar we doen het niet. Is dat lafheid? Ik denk dat de wapens die de bejaarde bruinhemden dragen ons toch angst inboezemen.
Met één snelle en krachtige slag kan ik zo een Mof uitschakelen. Voorgoed. Maar ik doe het niet. Als de Duitsers moordenaars zijn hoef ik het nog niet te zijn.
Ik sla nog maar eens met een ferme klap een tak van een net gevelde boom.




Comments