top of page
Search

WEEK 14 - Zondag 11 februari tot en met zaterdag 17 februari 1945

Updated: Feb 19, 2020

We zagen vorige week hoe Gerrit dol werd van die rare Fransen. Deze week wordt hij soms dol van nare dromen.

Als we in de namiddag terugkomen van ons harde werken in het bos merken we dat het onrustig is in het barakkenkamp. De bewakers ogen erg onrustig en die onrust slaat over op de dwangarbeiders. Komt die onrust door de regelmatig overtrekkende vliegtuigen? Zijn die Duitse helden bang voor een bombardement op het kamp? Het zou kunnen. De grootste onrust komt echter door het feit dat een groep dwangarbeiders ons kamp gaat verlaten. Samen met een grote groep Duitsers die zich in Leer verzameld hadden vertrekken ze. Wat een geschreeuw van de Moffen en wat een geduw en getrek. De Moffen zijn niet goed wijs. Met geweer en een grote mond denken ze de macht in handen te hebben. In welke richting vertrekken ze? In oostelijke richting! De Duitsers zijn vast op de vlucht voor de naderende geallieerden en meteen nemen ze dwangarbeiders mee. Helaas nemen ze niet de ruziemakende Fransen mee. Dat ze vluchten doet mijn hart sneller kloppen. Hoe lang nog? En toch maakt het mij en mijn plaatsgenoten bang en worden we ook onrustig, Stel dat ze ons morgen of overmorgen afvoeren verder Duitsland in? Dat mag niet gebeuren. Maar wat kun je er tegen doen? Overdag, tijdens ons houthakken de benen nemen?


ree

Op een avond kleurt de lucht in het zuidoosten oranje. Lub wijst me er op. Wat zou dat zijn? Is de maan soms oranje - rood? Nee, dat kan niet want die is nauwelijks te zien. Beiden speculeren we wat het kan zijn. Maar dan weten we het. Het is het resultaat van de met regelmaat overvliegende bommenwerpers. Duitsland staat in brand. Daarom kleurt de lucht oranje - rood. Hitler zal het zo niet lang meer volhouden. Dit is het antwoord op het bombarderen van Rotterdam door de Duitsers en zo vele andere steden. Voor de aanvallen op Londen. Voor de velen die vielen tijdens de geallieerde invasie in Frankrijk. Wie kaatst moet de bal verwachten. Het maakt ons blij. We hebben geen medelijden met de vijand.

Maar ik ben niet altijd blij. De nachten zijn soms een bezoeking. Ik heb een vraag: droom jij ook wel eens? En waarvan dan? Van een mooie toekomst na je 21e jaar? Van je lieve man of vrouw, van je leuke vriendin? Of droom je van een pracht van een baan waarin je goed verdient? Droom maar lekker verder. Ik droom ook, maar daarin komen zomaar de verschrikkingen van die ellendige treinreis van Meppel naar Duitsland naar boven. Nacht na nacht. Ik ruik in mijn droom de stank die er hing in de beestenwagen waarin we vervoerd, ontvoerd, werden. In mijn droom voel ik de kramp weer in mijn benen van het urenlang opeen gepakt staan. Ik hoor in mijn slaap zelfs de anderen fluisteren dat ze lekker smullen van het brood wat ze van een medegevangene gestolen hebben.



ree

Ik droom van schietende vliegtuigen. Van gillende mannen. Van bommen die ontploffen in mijn handen. Ik zie bommen vallen op de huizen van wijk 7 op Urk, de wijk waar vader en moeder en mijn broers en zusters wonen. Ik maak het allemaal levendig mee. Nachtmerries verstoren mijn nachtrust.Dromen jullie maar lekker verder. Ik heb mijn eigen droom. En het gevolg is dat ik moe wakker word.

 
 
 

Comments


bottom of page